Verhalen en Gedichten.

 

Het is de bedoeling dat hier verhalen over vroeger komen te staan, en gedichten.

Heeft u een verhaal of gedicht wij horen dat dan graag van u.

 

 Geplaatst 05-03-2024.
Ingezonden door Tonia Engelen.

 

 

24. Een gedicht van Tonia Engelen.

 

 Geplaatst 20-02-2024.
Ingezonden door Rieky Vrolijks.

 

 

23. Gedicht van Geer Vrolijks.               

 

 

 Geplaatst 09-01-2024.

 

 

22. Gedicht van Geer Vrolijks.               

 

 Geplaatst 14-11-2023.

 

 

21. Gedicht van Geer Vrolijks.     

 

 Geplaatst 17-10-2023.

 



20. De Oude man, Gedicht van Geer Vrolijks.    
Die zichzelf koekie noemde.
    

 Geplaatst 27-06-2023.
Gedicht archief Oud-Beuningen.

 

Oud worden in deze tijd.
 
Het is gewoon niet voor te stellen,
Je moet met een mobieltje bellen,
Je kunt er ook een tekst op lezen
Je moet altijd bereikbaar wezen
En dat kan dus niet gewoon
Met een vaste telefoon.
 
Wil je een treinkaartje kopen,
Nee, niet naar de balie lopen,
Daar is niemand meer te zien,
je kaartje komt uit een machien.
Je moet dan overal op drukken
in de hoop dat het zal lukken.
Pure zenuwsloperij,
achter jou zie je een rij
kwaad en tandenknarsend staan,
want de trein komt er al aan.
 
Bij de bank wordt er geen geld
netjes voor je uitgeteld.
Want dat is tegen de cultuur,
nee je geld komt uit de muur.
Als je maar de code kent,
anders krijg je nóg geen cent.

Om je nog meer te plezieren,
mag je internetbankieren
Allemaal voor jouw gemak,
alles onder eigen dak.
Niemand die er ooit om vroeg:
blijkbaar is het nooit genoeg.
 
Man, man, man wat een geploeter,
alles moet met een computer
Anders doe je echt niet mee.
Op www en punt be

vind je alle informatie,
wie behoed je voor frustratie?
Als dat ding het dan niet doet,
dan word je toch niet goed.
Maar dan roept men dat je boft,
je hebt immers Microsoft.

 Ach, je gaat er onderdoor,
je raakt gewoonweg buitenspoor.
Nee het is geen kleinigheid,
oud worden in deze tijd.


Een gepensioneerde........

 

Denken met je hart, leven van uit je gevoel.

Geschreven voor jou op 15 Mei ’88.

Mijn gevoel kan niet alleen zijn,
het is een deel van mij, wat wil leven.
Het wil me sturen en richting geven.
Ook als ik het gevoel niet voel, dan toch is het in mij.
Soms maakt het mij verdrietig, soms blij.
Mijn onbewust gevoel liet mij weten,
om wie ik bewust kon geven.
Soms doet het gevoel me pijn,
dan wil het door me heen om bij jou te zijn.
Gelukkig weet jij dat, mijn gevoel is eerlijk
het is mijn beste vriend.
Misschien op een dag dan krijgt mijn vriend een vrind.
Hij is een deel van mij.
Daarmee wil ik gelukkig zijn.

                                                                                  Tonia Engelen.

 

 Geplaatst 07-02-2023.
Ingezonden door Doortje de Swart - Wouters.

 

16. Doortje de Swart - Wouters.                                               17. Frans de Swart. 

        

         Frans de Swart en Doortje de Swart – Wouters.


                  Twee Jubileums, geschreven door Bart van Ingen.

          Lentefeest en Carnaval en 25 jaar getrouwd.

 

Doortje Wouters en Frans de Swart,
ze hebben een plekske in mijn hart.
Omdat we samen lang geleden,
en dat zonder moeilijkheden.


Met nog enkele getrouwen,
voor de gemeenschap mochten bouwen.
Een lentefeest organiseren,
en zo gezamenlijk iets presteren.


Dat lentefeest zat toen op rozen,
die naam is toch door ons gekozen.
Frans bouwde dan de tenten,
en door zijn vakman – schap – talenten.


Waren we allen blij van zinnen,
want het geld dat stroomde binnen.
Vele actie’s ondernomen,
de Mountie’s lieten we dan komen.


Heel Maas en Waal kwam naar hun kijken,
maar dat zou pas later blijken.
Het zijn allemaal herinneringen,
ook die lange vergaderingen.


Want die konden heel lang duren,
tot in de nachtelijke uren.
Tot Doortje riep,  “Het is wa lekkers
jullie zijn een stelletje Plekkers”


Toen ging bij hun een lichtje gloren,
en ’t Carnaval hier was geboren.

           Zilveren Huwelijk

                                                                                                                     

U zult het allen wel beamen,
dat vijf en Twintig jaren samen.
En voor die taak die zij vervulde,
verdienen beide onze hulde.


En vijf en twintig jaren dansen,
en het benutten van je kansen.
Hoewel in het klein begonnen,
en tegenslagen overwonnen.


Dikwijls bouwen in de regen,
maar Frans de Swart kon daar wel tegen.
En daarom wil ik beste mensen,
het zilveren paar het beste wensen.
Ga eensgezind en met vertrouwen,
verder door met tenten bouwen.

En zo met hechte huwelijksbanden,
en voorspoed naar de Gouden stranden.

     Beuningen    29 Juli 1983,       Bart van Ingen.

                                                    

Geplaatst 24-01-2023.
Gedichtje archief Oud-Beuningen.

Ik heb een aardig vinkje,
hij zit buiten in een kooi.
Hij zingt allerhande deuntjes,
oh jongens t’ is toch zo mooi.
Ik wou dat ik zo fluiten kon,
dat ik er best de kost mee won.
Maar straks gij aardig vinkje,
dan gaat jou kooitje los.
U liedje klinkt veel mooier,
van ginder uit het bos.
Kom in de winter maar eens weer,
dan strooi ik kruimels voor u neer.

 

 Geplaatst 15-11-2022.
Verhaal ingezonden en opgeschreven door Jan Daanen. (Schilder)

 

 

Het huis van Dorus en Lientje en zijn latere bewoners
Juske (Christiaan) en Rosa.  

Op de kruising van de Molenstraat en de Lagestraat, tegenover,
aan de enen kant, de smederij van Klaos de Smid, en aan de andere kant
de woning en werkplaats van Herman Lelieveld, stond dit huis.
Het huis was gebouwd en eerder bewoond door Theodorus (Dorus) Daanen
en zijn vrouw Lientje van de Linde.
Het werd nu bewoond door de zoon van Dorus, Christiaan (Juske) Daanen
en zijn vrouw Rosa van Teffelen. Zie foto hieronder.

 

 

Dorus was schoenmaker en zijn zoon Christiaan trouwde later met zijn
Rosa in en noemde zijn ouders grutje en grutmoed.
Eén van de zonen van Dorus, Hend, werd net als zijn vader en opa ook schoenmaker.


Een mooie anekdote wat vaak in huize Juske Daanen werd verteld is het volgende:

 Juske was nog maar een menneke toen zijn oudere broer Jan tbc kreeg.
Als gevolg hiervan kon hij de school niet meer volgen en werd hij jaren door zijn ouders verzorgt.
Hij zag alles wat aan het raam van zijn kamer voorbijkwam.
De jeugd uit zijn buurt en de kinderen die dagelijks lopend naar de lagere school,
een eindje verderop, gingen.
Rond de leeftijd van 10 á 11 jaar kregen de kinderen De Eersten Communie.
Voor Jan was dit i.v.m. met zijn ziekte niet weggelegd.
Toen het bijna zover was dat de communiekantjes,
voorbij het schuifraam zouden komen waar hij achter lag,
in hun mooie kleertjes vroeg Jan aan moeder of het mogelijk was dat er een kind
bij hem naar binnen mocht komen. 
Toen het bijna zover was dat de communiekantjes in hun mooie kleertjes voorbij het
schuifraam zouden komen waar hij achter lag,
vroeg Jan aan moeder of het mogelijk was dat er een kind bij hem naar binnen mocht komen.
Hij vond hun kleren zo mooi en wilde dit graag van dichtbij zien.

Hoe moest moeder dit nou weer regelen?
De oplossing was dichterbij dan ze dacht toen er een meisje helemaal vanuit
de Reekstraat naar de katholieke kerk kwam lopen in haar mooiste communiejurkje.
Moeder riep het kind binnen en trakteerde het op wat lekkers.
Jan was dolblij en vergaapte zich aan het mooie meisje.
Moeder gaf het meisje hiervoor een dubbeltje wat een héél bedrag was in die tijd.
Maar Jan was niet de enige die haar gezien had.
Ze was ook opgevallen door Christiaan, zijn 10 jaar jongere broer.
Het was dan ook een kwestie van tijd dat het meisje Rosa genaamd
die inmiddels een mooie jonge vrouw was geworden op het aanzoek van Christiaan ja zei. 
Het huwelijk was bezegeld en de herinnering aan Jan was meer dan blijvend geworden.
Hij stierf op 22-jarige leeftijd.

Christiaan en Rosa trouwden en stichtten een eigen gezin in het
oude huis aan de Lagestraat in de Leghe Polder.
Het oude huis met grond is later door de gemeente aangekocht voor 12.000,00 gulden
om plaats te maken voor de uitbreiding naar het latere Julianaplein.


Dit verhaal komt van Door Daanen. Een dochter van Rosa en Christiaan die in Boxmeer woont.

 

 Geplaatst 01-11-2022.
Gedicht van Geer Vrolijks.

 

 

13. Eigen leven een fabel, door Geer Vrolijks.

 

 Geplaatst 11-01-2022.
Gedicht ingezonden door Annie Peters - Glaap.

 

 

012. Het gebed van een chauffeur.

 

 Geplaatst 14-12-2021.
Gedicht van Geer Vrolijks.

 

 

Weer zo een mooi gedicht van Geert Vrolijks.

 

Geplaatst 15-06-2021.
Gedicht van Geer vrolijks.

 


                                                             

                                                                                                                                  

Geplaatst 20-04-2021.
Gedicht van Geer vrolijks.

 

 

                                                                                                                                                  

 

 Geplaatst 09-02-2021.
Gedicht archief Oud-Beuningen.

Het volgende gedicht is gemaakt door Jan van Den Dobbelsteen.
Het gaat over een voetbalwedstrijd tussen Ewijk genaamd D.E.S. en Beuningse Boys.
Zie hier onder het verslag.

De borden waren stuk gesmeten,
iets wat men nimmer zou vergeten.
Voor de grote match die komen zou,
in het beginnen mooi, maar later flauw.

Om kwart na tweeën ving men aan,
want de scheidsrechter liet verstek gaan.
Beuningen die won de tos,
en trapte er geducht op los.

Oud en jong stond langs de lijn,
en zeiden, wat spelen die Boys toch fijn.
Als dat soms zo door blijft gaan,
komt het wel tien nul te staan.

De boys die spelen lustig door,
en van links kwam de bal voor.
Opeens een gejubel en een pret
want de bal lag in het net 0-1.

Een kwartier was er gespeeld
en nog geen mens had zich verveeld.
Ook geen een op het terrein,
Wist hoe de uitslag wel zou zijn.

Toen werd er door D.E.S. op Jan gevuurd,
maar alles werd retour gestuurd.
hij hield de ballen heel kortom,
allen uit zijn heiligdom.

De boys pakten weer hevig aan,
want Ewijk moest men toch verslaan.
En met al die flauwekul,
was het al gauw twee nul.

Een wonder moest er toen gebeuren,
want D.E.S. begon te treuren.
De fluitist deed toen heel laf,
en floot toen met een aanval af. (Rust)

 De tweede helft ving toen aan,
opeens bleef men verwonderd staan.
Een schot werd er op Jan gelost,
maar nog steeds was hij op zijn post.

De fluitist zou iets verzinnen,
want D.E.S. die moest winnen.
Hij wees toen naar de midden plek,
en iedereen riep de vent is gek, 1-2.

Maar met het gekibbel en gepraat,
was D.E.S. nog niet gebaat.
En voor het eerste was beweerd,
was Jan alweer gepasseerd.

Het vonnis was nog niet geveld,
want deze goal werd niet geteld.
Door het ruwe spel toen reeds gedaan,
werd toen een strafschop toegestaan.

Dat stond de Boys heel niet aan,
en allen gingen van de baan.
Dus laat de voetbalbond uitmaken,
of wij recht hadden van staken.

Maar D.E.S. en Boys gelijkgesteld,
geeft voortaan altijd waar voor geld.
Speel altijd fair maar steeds sportief,
dan hebben wij het spel van voetbal lief.

                                                            Jan van Den Dobbelsteen.

 

Geplaatst 15-12-2020.
Gedicht van Geer vrolijks.

 De gevallen Dokter.


Hij was nog maar een jonge arts en begon er een praktijk,
dit in een gewone volksbuurt, maar wel een mooie wijk.
Aan patiënten had hij geen gebrek, zijn woning was al snel te klein,
en een verbouwing van het pand dat zou veel beter zijn.

Een tekening was al snel gemaakt, die werd opgestuurd,
bezwaren kwamen er toen niet, zelfs niet uit de buurt.
De gemeente keurde het plan goed, nu kon hij eraan beginnen,
maar aannemers hadden het te druk, dus moest hij wat verzinnen.


Een bouwploeg werd toen gevraagd, dit voor in de avonduren,
ook dan kwam de verbouwing klaar, al zou het wat langer duren.
Hij zelf was beslist niet lui en was dan ook steeds aanwezig,
kruide alles af en aan en hield zo de metselaars wel bezig.


Met een kruiwagen stenen ging het mis, hij viel toen in een greppel,
lag uitgestrekt daar in het zand, zoals een gevallen peppel.
Een omstander bemerkte toen, ooit zag ik een gevallen vrouw,
maar een gevallen dokter .... nee, die zie je niet zo gauw.


Gelukkig liep het heel goed af, en dat was ook maar goed,
voor zijn patiënten is het niet fijn als men naar een ander moet.
Wel zag hij wat bleek van de schrik en keek ook wat bedeesd,
maar het spreekwoord is nog altijd, schoenmaker blijf bij je leest!

 

Geplaatst 26-05-2020.
Gedicht van Geer vrolijks.

 Zijn overleden vader.

Vaak denkt hij aan zijn vader, een man die leefde met de Christusleer,
en als alles waar is wat men vertelde, is hij zeker bij de Heer.
Toch volgde hij niet zijn sporen, kwam weinig in het kerkgebouw,
voor hem waren er vele andere dingen, hij nam het niet zo nauw.


Wel heeft hij veel van hem meegekregen, denk daar vaak over na.
En al kreeg hij vroeger wel eens klappen, het was een fijne pa.
Ziet in gedachten zijn kinderjaren, dat hij mee ging op de fiets,
veel meer kon hij ook niet geven, bezat in die jaren zelf niets.


Als mens was hij altijd rustig, maar zijn woorden waren vaak gepast,
wanneer de mogelijkheid zich voordeed, werd je door zijn antwoord verrast.
Voor het huisgezin deed hij alles, stond daarvoor ook steeds paraat,
en al had hij zo zijn eigen mening, nooit leefde hij met mensenhaat.


Nu zou hij zijn vader willen danken, maar daarvoor is het wel te laat,
en naar de hemel gaat geen kabel, waar je eventjes door praat.
Ook zal hij hem daar niet ontmoeten, bestaat er nog iets na de dood?
maar door het voorbeeld van zijn vader belandde hij niet in de goot.

 

Geplaatst 31-03-2020

Denken met je hart leven van uit je gevoel.
Geschreven voor jou op 15 Mei 1988.

Mijn gevoel kan niet alleen zijn.
Het is een deel van mij, wat wil leven,
het wil me sturen en richting geven.
Ook als ik het gevoel niet voel dan toch is het in mij,
soms maakt het me verdrietig, soms blij.
Mijn onbewust gevoel liet mij weten,
om wie ik bewust kon geven.
Soms doet het gevoel me pijn,
dan wil het door me heen, om bij jou te zijn.
Gelukkig weet jij dat.
Mijn gevoel is eerlijk het is mijn beste vriend.
Misschien op een dag dan krijgt mijn vriend een vrind.
Hij is een deel van mij, daarmee wil ik gelukkig zijn.

                              Tonia Engelen.

 
Geplaatst 24-12-2019.

Gedicht van Geer vrolijks.

Sint Nicolaas en Kerstmis.

Met Sinterklaas en Kerstmis weet ik niet wat ik daarmee moet,
zelfs al ben ik wat op jaren, begrijp ik dit alles nog niet goed.
Sint Nicolaas gaat over de daken, als een oude man,
wanneer je er goed over nadenkt, weet je dat dit toch niet kan.

Ook bij kerstmis zijn er grote twijfels, het komt niet met de jaartelling overeen,
rond het jaar 330 wordt 25 december gekozen, met veel raadsels er om heen.
Christus geboren in een stalletje, onder het wakend oog van ezel en os,
Sint Jozef wordt zo voetstoots vader, zonder het te weten is hij de klos.

Als mens moet je maar geloven, daarmee doet men ook niets verkeerd,
want voor de geboorte van Christus, werden de goden al vereerd.
Het berust meestal op verhalen, door de jaren heen vermeld,
en niemand kan met zekerheid zeggen, wie het juiste verhaal verteld.

Toch blijven het fijne dagen, met veel cadeautjes en de rijm,
en zij die hierbij de echte waarheid horen, vallen meestal in een zwijm.
Over het ontstaan van deze feesten, blijft men in het ongewis,
maar bedenk bij geld besteden, dat de euro geen gulden is.     


                                   Koekie wenst alle mensen prettige dagen.                        

 

25-09-2018.
Gedicht van Bart van Ingen.

 

 

5. Een gedicht van Bart van Ingen ter ere van het afscheid van huisarts Dokter de Sonnaville.
Die net als zijn vader vele jaren huisarts is geweest in Beuningen.
Hij vertrok samen met zijn vrouw naar Oosterbeek, waar ze nog vele jaren hebben gewoond.

 

Geplaatst 04-09-2018.
Foto archief Oud-Beuningen.

 

 

4. Links Thea, Tonia en broer Gerrie Engelen.
Thuis langs hun ouderlijkhuis in de Schoolstraat.
Kinderen van Toon en Beth Engelen - Reijnen.
Deze foto laat duidelijk zien wat een schort is en dat ze vaak werden gedragen.

 

Het volgende verhaal over Oma's schort is ingezonden door Theo Moorman.

 

Oma's schortje.

 

Ik geloof niet dat onze kinderen weten wat een schortje is.
Het voornaamste gebruik van Oma's schortje was om haar jurk te beschermen,
Omdat ze die maar een paar had.
Maar ook omdat het makkelijker was, om een schortje te wassen in plaats van een jurk.
Ze gebruikte het schortje ook als panlappen,
om de pannen van de kachel of uit de oven te halen.
Het diende ook om de tranen en vuile neus van de kinderen af te vegen.
En als ze de eieren uit het kippenhok ging halen,
was het schortje ook heel handig om de eieren te dragen.
Als er visite kwam konden haar verlegen kinderen onder haar schortje schuilen.
En als het koud was kon ze haar armen er indraaien en opwarmen.
Het was ook geschikt om de menige zweetdruppeltjes af te vegen,
als ze gebukt stond over de kachel met koken.
Hout voor de kachel werd ook in het schortje binnen gebracht.
Uit de tuin droeg ze allerhande soorten groente naar binnen.
En als de erwten gedopt waren gingen de schillen in het schortje.
In de herfst werd het schortje gebruikt om de appels op te rapen,
die onder de bomen lagen.
Als Oma onverwachts visite aan zag komen, je stond er van te kijken,
hoeveel meubeltjes dat ouwe schort nog kon stoffen, in een paar seconden.
Als het eten klaar was, ging ze naar buiten en zwaaide met haar schortje,
dan wist iedereen dat het tijd was om binnen te komen.
Het zal lang duren, voordat iemand uitgevonden heeft,
wat voor zoveel doelen gebruikt kan worden, zoals het schortje!

Vergeet niet!! In deze tijd, zouden wij er gek van worden,
te weten hoeveel bacteriën er in dat schortje zaten.

 

Toch heb ik er nooit wat aan overgehouden.............of toch
?????????

Liefde.

 

--------------------------------------------------------------------- 


Geplaatst 12-04-2016.
Verhaal uit archief Oud-Beuningen.

 

Ik deed de vensterluiken open,
een winterdag een grauwe mist
daar komt met rasse stappen nader
het zijn vier soldaten met een kist.

 

Wie dragen zij zo vroeg ten grave,
een vreemde knaap een Jong soldaat
wordt onbeweend naar het graf gedragen
en niemand die er achter gaat.

 

Ver van zijn dorp is hij gestorven,
in het gasthuis van een vreemde stad
wordt onbeweend naar het graf gedragen
terwijl men ginds zoo lief hem had.

 

Geplaatst 12-04-2016.
Verhaal van Geer vrolijks.

 

Beuningen voor 1940.

 

In de crisisjaren 1932-1939 en ook daarvoor, was een bed waarop men ging slapen, en dit zeker
in arbeidersgezinnen, niet zo goed en comfortabel als dit nu is.
Op de bodem van het ledikant lag een zak met stro, en het bed was gevuld met kaf van gedorst koren.
Voor moeders in een gezin met kinderen, plaszeiltjes kende men nog niet,
bracht dat veel werk met zich mee.
Als de kinderen 's morgens uit hun bedje kwamen, moest moeder het te drogen leggen.
Minstens tweemaal per jaar werden deze bedden verschoond, en om die vulling te bemachtigen,
waren de arbeiders afhankelijk van de boeren.
Als men een dorsmachine bij een boer het erf op zag rijden, waren zij er als de kippen bij,
om te vragen of ze stro en kaf konden krijgen.
Bij ons in de buurt woonde op 100 meter afstand een protestants-christelijke boer.
Als mijn vader ergens om verlegen zat, klopte hij nooit tevergeefs aan.
Altijd zouden ze hem helpen.
Maar op een dag loopt het anders dan gewend. Vermoedelijk was de boer met het verkeerde been
 uit bed gestapt, of had hij ruzie met zijn vrouw gehad.
Toen mijn vader, die katholiek was, hem wat stro vroeg, was het antwoord: ga jij maar naar de pastoor.
Mijn vader was hier vreselijk boos over, en vertelt wat er gebeurd is tegen mijn moeder,
maar zegt er gelijk bij: mijn tijd komt nog wel.
In het jaar 1933 had de boer al een auto, maar deze moest nogal eens aangeduwd worden,
als de accu leeg was. Toen mijn vader zag dat ze hiermee bezig waren, liep hij er heen,
maar niet om direct te helpen.
Hij gaat echter op straat staan lachen, en als de boer dat door heeft, roept hij: kom maar een handje helpen,
in plaats dat je daar staat te genieten.
Hierop zegt mijn vader: roep de dominee maar.
Nu hij dit heeft kunnen zeggen, gaat hij maar mee helpen.
En toen de auto aan de praat was gebracht, kreeg hij niet eens de kans naar stro te vragen.
De boer zegt gelijk, als je stro moet hebben, daar in de schuur ligt geschoond stro.
Pak maar wat je nodig hebt.

                                                                                               Koekie.

 

Geplaatst 15-03-2016.
Gedicht van Jo van Thiel. (bakker)

 

Op de wijze; Halli Hallo.

Als de oorlog is voorbij,
komt het stemmen aan de zij.
Twee keer stemmen is gedaan,
en nu komt de raad er voor te staan.

Maar alles komt weer in de bus,
’t bouwplan gevoerd door een kale mus.
Steeds moest hij iets verzinnen,
want hij dacht, ik ben nog niet binnen.

Een wonder moest er toen gebeuren,
want de mus begon te treuren.
Als het mij maar eens zou lukken,
dat ik iets vond om van te plukken.

Hij deed toen heel laf,
en ging toen op een bakker af.
Want een bakker blij van zin,
die gaat toch de raad niet in.

Deze reed van klant tot klant,
en werd misleid door een valsche hand.
Maar die bakker is geen idioot,
en geen stemmenvanger voor pin de jood.

Maar met dat gekibbel en gepraat,
daar ben ik niet mee gebaat.
Want pin de jood is een man,
die kijkt je voor één pond boter niet meer an.

Maar als het vonnis wordt geveld,
hoop ik dat ik maar niet wordt meegeteld.
Dus menschen neem goede besluiten,
en laat er mij s.v.p. maar buiten.

 

 

3. Jo van Thiel op weg naar zijn klanten, hij had een bakkerij in de Bunningse steeg. (Wilhelminalaan)
Dit gedicht maakte hij voor een iemand van de plaatselijke politiek.
Het kwam er op neer dat Jo bij zijn klanten stemmen moest winnen, maar daar trapte hij niet in.
En hij maakte dat op deze manier duidelijk, aan de inwoners van Beuningen.

 

Geplaatst 22-12-2015.
Gedicht van Geer vrolijks.

 

Kerst en Nieuwjaar.

 

Het oude jaar loopt ten einde, het nieuwe komt eraan,
men zet vaak alles op een rijtje en denkt hoe is het mij vergaan.
Niet iedereen zal zich gelukkig voelen, velen dragen weer een juk,
die werden door pech achtervolgt, zij kenden geen voorspoed en geluk.

 

Maar eerst gaan we Kerstmis vieren, de geboorte van het Christen kind,
hij die al op zeer jonge leeftijd door heel veel mensen werd bemind.
Later trekt hij ten strijden, tegen al dat onrecht velen aangedaan,
en vertelde over zijn hemelse vader die mensen in nood bij zou staan.

 

Niet allen geloofde in zijn woorden, dat waren zij met heel veel macht,
en omdat men bang was deze te verliezen, werd hij toen maar omgebracht.
Maar wat is er uit voort gekomen, een ieder beleefd op zijn manier geloof,
Als men rond kijkt in de wereld zit er tussen hemel en aarde een diepe kloof.

 

Kerstmis noemt men dagen voor verzoening, maar dat zijn er steeds maar twee,
wanneer men alle dagen hiervoor gebruikte, was er altijd rust en vree.
Als de zon altijd zou schijnen voor alle mensen die op aarde zijn,
dan was er steeds licht en warmte en veel minder verdriet of pijn.

 

Maar de kerstdagen zijn snel vergeten, zo ook het licht in de nacht,
Als het oude jaar voorbij is, denken velen nog aan geld en macht.
De toekomst zal dit niet veranderen, de komende jaren treft het zelfde lot,
wanneer iemand zich kan verrijken vergeet men al snel de ware God.

 

                                                                           Koekie.

 

Geplaatst 24-11-2015.
Gedicht van Geer vrolijks.

 

November slachtmaand.

 

Vroeger lag er bij ons thuis een varken op de deel,
wat in de zomer een allergaartje kreeg, dat was beslist niet veel.
Maar half de septembermaand dan kreeg het wat apart,
zoals maís en wat roggemeel, zo werd het spek mooi hard.

 

Tegen de Novembermaand, de slachter werd besteld,
die had datum en uur al in zijn boek vermeld.
Daar kwam een man in blauwe kiel, een mand voorop zijn fiets,
het varken lag nog in zijn hok en wist dan ook van niets.

 

Mijn moeder had het water heet, dus morgens goed gestookt,
de slachter nam het deksel op of het water nu echt ook kookt.
Mijn vader ging mee naar het hok, waar het varken lag te knorren,
maar moest nu wel het hok uit, dat ging gepaard met porren.

 

De slachter nam een scherp mes en sneed zo door haar keel,
dit deed hij met groot gemak en dagelijks ook wel veel.
Mijn moeder had de pan al klaar voor het opvangen van het bloed,
daar maakte zij dan bloedworst van dat kon ze echt wel goed.

 

Het hete water werd gehaald dat goot men op het haar,
en na een kwartiertje schrabben was de buitenkant al klaar.
het varken ging dan op de leer, die werd rechtop gezet,
en als de buik dan open ging dan was er vlees en vet.

 

Mijn moeder nam er wat vlees van af en ging dit gelijk ook bakken,
voor ons kinderen was er dan feest, nu konden we maar pakken.
De reuzel zat er nog in dat was voor ons geen pret,
die werd de volgende dag op het vuur te pruttelen gezet.

 

Daar kwam dan het smout en kaantjes van, dat kregen wij op brood,
moeder zij, daar word je sterk van en kinderen heel snel groot.
Er kwam worst, ham, karbonaad en nog veel ander lekkernij,
wij konden er weer even tegen, dit zeker tot mei.

 

Het varkenshok dat was nog leeg, er kwamen knoppen aan de bomen,
vader zegt, het wordt weer tijd er zal een ander moeten komen.
Op de markt werd een big gekocht, dat beest kwam middags aan,
maar beter zou die het niet krijgen en zeker dezelfde weg opgaan.

 

                                                                              Koekie.

Geer sloot zijn gedicht steevast af met Koekie, doelend op zijn bijnaam.
Zijn opa was Bart Vrolijks, bijnaam Bart de Koek zijn bijnaam was dan ook Geer de Koek.

   

Geplaatst 27-10-2015.
Archief Oud Beuningen.

 

 

2. Antoon Engelen.

 

Wie kent hem niet die kleine man op leeftijd, met zijn alpino pet en donkere bril,
die zaterdag en zondag's op zijn fiets naar de Hutgraaf komt, een plaatsje langs de lijn zoekt
en met slimme flitsende oogjes onmiddellijk de man in het zwarte pak volgt.
Niets ontgaat hem, alles wordt in zijn geheugen gegrift. Carrières werden en worden o.a. via hem gestart of gestopt.
Hij is scheidsrechter rapporteur van de K.N.V.B.
Zijn naam zal voor de autochtone Beuningenaren geen geheim zijn,
maar hij verdiend het dat alle sportieve Beuningenaren hem kennen.
Hij heet officieel Antoon Engelen, maar in de volksmond werd hij de Dikke Toon genoemd.
Toon begon zijn sportcarriére in 1927 op een stuk weiland van kosterman aan de Koningstraat, waar hij
met een aantal kornuiten tegen een bal begonnen te trappen.
Namen als Jan de Dobbel, Gradje Geurts, Nol van Thiel en Pink van Dorus de kwets zijn in dit verband illustere namen.
Met jongens van de steenoven en het Hogewald werd dat terrein geschikt gemaakt voor wedstrijden,
en men besloot zelfs in navolging van de naburige dorpen een heuse voetbalvereniging op te richten.
Er werd een voorlopig bestuur  gevormd en D.S.O. ( door samenspel overwinnen ) was geboren.
Aangezien er in die tijd in Beuningen nogal afwisselend werd gereageerd op de voetbalsport hadden kwaadwillende
er nog een bijnaam voor gevonden: Door Schooiers opgericht.
Dikke Toon zat met Dul van Thiel, Jan van Daat, Cub Engelen en Kees van Aarjen in het bestuur.
Zelf was Toon er van overtuigd dat hij alleen in het bestuur zat omdat hij wat van voetbal afwist.
Dit kwam omdat hij vaak naar de wedstrijden van N.E.C. ging kijken en daar leerde wat voetbal eigenlijk inhield.
Op het terrein van Wim van Aarjen, dat voor 180 gulden per jaar werd gehuurd, werden de wedstrijden,
onder de naam van de Rooms Katholieke Voetbalbond, tegen D.E.C. ( Ewijk ) en Victoria ( Afferden ) gespeeld.
Voor Toon zelf duurd het voetbal niet lang.
Een actie van zijn neef Wim Föllings ( zonder opzet ) betekende een ernstige blessure,
waarna de dokter hem adviseerde om maar met voetbal te stoppen.
Maar zijn hartstocht voor de voetbalsport deden hem besluiten in deze sport bezig te blijven.
Toon besloot te gaan fluiten en onder leiding van de in Nijmegen bekende Roel Stunnenberg
bekwaamde hij zich in de arbitrage.
Zijn eerste wedstrijd was Ewijk 3 - Victoria 3 in het seizoen 1927 - 1928.
Men had Toon gewaarschuwd dat het een lastige wedstrijd kon worden, maar hij bracht de partij tot een goed einde.
Na 4 jaar legde hij zijn bestuursfunctie bij D.S.O.neer en ruilde deze in hij voor het secretariaat
van de scheidsrechters vereniging.
Toon werd een graag geziene gast in het voetbalminnend Maas en Waal, waar hij de wedstrijden
met de fiets bezocht met zijn klerenmandje voor op het stuur.
Ook de Maasbuurt, Nijmegen en de Betuwe leerden zijn kwaliteiten kennen.
In het begin moest hij zelf de vergoeding van de aanvoerders van de elftallen in ontvangst nemen.
Deze bedroeg maximaal 3.50 gulden, en daarvoor fietste hij naar Heteren, Kesteren of Dreumel visa versa.
In 1952 kreeg hij van de grote voetbalbons G.P.Weyers de zilveren speld van de K.N.V.B. voor het
25 jarig jubileum als scheidsrechter. Dit was voor Toon geenszind het eindpunt.
Tot 1969 bleef hij actief fluiten, totdat het lichaam begon te protesteren.
Maar liefs 42 jaar was hij scheidsrechter met meer dan 2500 wedstrijden.
Daarna wist de K.N.V.B. hem te strikken voor de functie van scheidsrechter rapporteur.
Op zijn 40-jarig huwelijksfeest werd hij wederom onderscheiden, nu met de gouden K.N.V.B. speld. ( 50 jaar lid )
Toon is nog lang actief geweest, 3 scheidsrechters per week beoordelen was geen zeldzaamheid.
Even dreigde door een misverstand tussen hem en de K.N.V.B. zijn loopbaan abrupt afgebroken te worden,
maar gelukkig werd de zaak soepel opgelost.
Op een vraag of het niet moeielijk is om je ex-collega's te beoordelen, twijfelt Toon even en zegt dan resoluut
dat hij ook vaak is beoordeeld en dat heeft mij altijd goed gedaan omdat je ervan leert.

 

 

1. Antoon Engelen. ( Dikke Toon )